Statuten

Doorlopende tekst van de statuten van Stichting Sociaal Fonds Essent, zoals deze luiden na het verlijden van de akte houdende statutenwijziging voor mr. Johannes Gerard Gräler, notaris met als plaats van vestiging ‘s-Hertogenbosch, op zevenentwintig december tweeduizendzestien.


Artikel 1. Definities

In deze statuten wordt verstaan onder:

Deelnemers:

  1. De werknemers die voor onbepaalde tijd in dienst zijn bij Essent dan wel met haar gelieerde ondernemingen;
  2. De gepensioneerde werknemers van Essent respectievelijk van de dochtermaatschappijen van Essent voor zover aangewezen als gelieerde onderneming, alsmede van de rechtsvoorgangers van Essent respectievelijk van de hiervoor bedoelde dochtermaatschappijen, zijnde zij die de dienst van een der voornoemde vennootschappen verlaten hebben in het genot van een ouderdomspensioen, een invaliditeitspensioen, een uitkering in het kader van vervroegde uittreding of een uitkering op grond van de van toepassing zijnde wachtgeldregeling, dan wel een door de betrokken vennootschappen van toepassing verklaarde analoge regeling, waaronder ook een Werkeloosheidswet (hierna ook te noemen: WW) uitkering voorafgaande aan een vorm van pensionering; Als deze WW periode wordt opgevolgd door een dienstverband elders is deelname uitgesloten.
  3. Weduwen of weduwnaars, dan wel de daarmee gelijkgestelde relatiepartners, als bedoeld in de bij voornoemde vennootschappen van toepassing zijnde Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO), van de onder 1 en 2 genoemde groepen; en die na aanmelding door het Bestuur als zodanig zijn aanvaard;

Gelieerde onderneming: die onderneming welke door het Bestuur van de Stichting als gelieerde onderneming is aangewezen;

Reglement: het huishoudelijk reglement vastgesteld overeenkomstig artikel 16 van deze statuten; en

Stichting: Stichting Sociaal Fonds Essent.

Artikel 2. Naam en zetel

De Stichting draagt de naam: Stichting Sociaal Fonds Essent en is gevestigd te ‘s-Hertogenbosch.

Artikel 3. Doel

  1. De Stichting heeft ten doel financiële steun te verlenen aan de in artikel 1 genoemde deelnemers, indien zij in omstandigheden geraken, die financiële steun noodzakelijk maken en waarin hetzij de bij Essent of de met haar gelieerde ondernemingen bestaande regelingen niet of niet voldoende voorzien, hetzij financiële steun door andere instanties niet of niet voldoende wordt verleend of niet geëigend is, hoofdzakelijk voor sociale nood of in verband met geneeskundige verzorging en/of ziekte.
  2. Of, en zo ja in welke vorm, er financiële steun verleend zal worden, staat ter uiteindelijke beoordeling van het Bestuur, dat daarvoor – voor zover mogelijk – normen vaststelt, die aan de deelnemers bekend worden gemaakt.
  3. De Stichting tracht het in het eerste lid van dit artikel omschreven doel te bereiken door:
    a. het doen van uitkeringen;
    b. het doen van al hetgeen in de ruimste zin met het doel verband houdt inclusief het verstrekken van geldleningen (al dan niet rentedragend).

Artikel 4. Middelen

De middelen van de Stichting bestaan uit:

  1. het vermogen;
  2. de bijdrage van de deelnemers;
  3. de rente en andere opbrengsten van het vermogen van de Stichting; en/of
  4. schenkingen, donaties, erfstellingen, legaten en eventuele andere ontvangsten.

Artikel 5. Bestuur

  1. De leiding van de Stichting berust bij een Bestuur dat uit vijf leden bestaat, afkomstig uit de kring van deelnemers. De leden worden benoemd door het Bestuur.
  2. Het Bestuur kan een bestuurslid schorsen of ontslaan. Van schorsing of ontslag geeft het Bestuur, onder vermelding van de redenen, schriftelijk aan het betrokken bestuurslid kennis. Een schorsing geschiedt voor een termijn van ten hoogste een maand, binnen welke termijn het Bestuur besluit hetzij de schorsing op te heffen, hetzij het betrokken bestuurslid ontslag te verlenen. Alvorens een bestuurslid geschorst casu quo ontslagen wordt, dient dat bestuurslid in de gelegenheid te worden gesteld -desgewenst in aanwezigheid van een raadsman- door het Bestuur te worden gehoord.
  3. Het Bestuur kiest uit zijn midden een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter, een secretaris, een plaatsvervangend secretaris en een penningmeester.
  4. In geval van ontstentenis van de penningmeester wijst de voorzitter tijdelijk uit het midden van het Bestuur een plaatsvervanger aan.
  5. Is het aantal bestuursleden minder dan vijf, dan blijft het Bestuur niettemin bevoegd.

Artikel 6. Bestuursbenoeming

  1. Elk bestuurslid treedt af uiterlijk vier jaar na zijn benoeming volgens een door het Bestuur vastgesteld rooster van aftreden, zodanig dat gedurende twee achtereenvolgende jaren, twee leden aftreden en het daaropvolgende jaar één lid aftreedt.
  2. Een tussentijds benoemd bestuurslid treedt af op het tijdstip waarop, ingevolge het in lid 1 bedoelde rooster, degene in wiens plaats hij is benoemd, zou aftreden.
  3. Aftredende bestuursleden zijn terstond en onbeperkt herkiesbaar.
  4. Het Bestuur draagt er zorg voor dat zo spoedig mogelijk in de vervulling van ontstane bestuursvacatures op de wijze als bepaald in artikel 5 wordt voorzien. In alle gevallen, waarin niet binnen drie maanden na het ontstaan van een vacature in de benoeming van een bestuurslid is voorzien, zal ieder bestuurslid of andere belanghebbende de kantonrechter kunnen verzoeken in de vacature te voorzien, zulks met inachtneming van het bepaalde in artikel 5. Het op grond van de vorige zin door de kantonrechter benoemde bestuurslid is in functie tot het tijdstip waarop alsnog op de wijze als hiervoor in artikel 5 omschreven, in de vacature wordt voorzien.

Artikel 7. Beëindiging bestuurslidmaatschap

Het bestuurslidmaatschap eindigt door:

  1. aftreden conform artikel 6;
  2. tussentijds aftreden op eigen verzoek;
  3. ontslag als voorzien in artikel 5 lid 2;
  4. ontslag als voorzien in artikel 298 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;
  5. overlijden;
  6. beëindiging deelnemerschap;
  7. verklaring in staat van faillissement, aanvraag van surséance van betaling, onder bewindstelling en/of onder curatelestelling; of
  8. ontbinding van de Stichting.

Artikel 8. Vertegenwoordiging

  1. Het Bestuur vertegenwoordigt de Stichting in en buiten rechte.
  2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan de voorzitter en de secretaris gezamenlijk, dan wel bij hun afwezigheid aan hun plaatsvervangers.
  3. De penningmeester is tot een door het Bestuur vast te stellen bedrag alleen bevoegd, daarboven is hij te samen met een ander bestuurslid bevoegd.
  4. Bij een tegenstrijdig belang van een bestuurslid in persoon met de Stichting kan de Stichting niet mede door het betrokken lid worden vertegenwoordigd.

Artikel 9. Bestuursbevoegdheid

  1. Het Bestuur heeft tot taak het verwezenlijken van het Stichtingsdoel en verricht al datgene wat het belang der Stichting aangaat.
  2. Het Bestuur is niet bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen en evenmin tot het sluiten van overeenkomsten, waarbij de Stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt.

Artikel 10. Bestuursvergaderingen

  1. Het Bestuur vergadert zo dikwijls als hetzij de voorzitter, hetzij tenminste twee bestuursleden dat nodig acht(en), doch tenminste viermaal per jaar.
  2. De secretaris roept schriftelijk, onder vermelding van de te behandelen onderwerpen, behoudens in spoedeisende gevallen, tenminste zeven dagen voordat zij wordt gehouden, op tot vergadering. Hij maakt van het ter vergadering verhandelde en beslotene notulen op die door hem en de voorzitter worden ondertekend.
  3. Ingeval de door de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht zijn genomen, kunnen, zolang in een bestuursvergadering alle in functie zijnde bestuursleden aanwezig zijn, mits met algemene stemmen, geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen.
  4. Tenzij de statuten anders bepalen, moeten bestuursbesluiten, om geldig te zijn, worden genomen in een vergadering waarin tenminste de helft van het aantal in functie zijnde bestuursleden aanwezig is en met volstrekte meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen en stemmen van onwaarde worden geacht niet te zijn uitgebracht.
  5. Ingeval in een vergadering niet het vereiste aantal in functie zijnde bestuursleden aanwezig is, wordt een nieuwe vergadering bijeengeroepen, te houden na afloop van tenminste zeven en ten hoogste veertien dagen, waarin alsdan geldige besluiten kunnen worden genomen, ongeacht het aantal aanwezige in functie zijnde bestuursleden.
  6. Het Bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle bestuursleden zich schriftelijk voor het voorstel hebben verklaard. Van een aldus genomen besluit wordt onder bijvoeging van de ingekomen antwoorden door de secretaris een relaas opgemaakt, dat door de voorzitter mede wordt ondertekend.
  7. Ieder bestuurslid heeft recht op één stem.
  8. Een bestuurslid onthoudt zich van stemming indien de kwestie waarop de stemming betrekking heeft, hem persoonlijk en/of zijn bloed- of aanverwanten tot in de vierde graad raakt.
  9. Over zaken wordt mondeling gestemd, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één van de leden dit vóór de stemming verlangt. Over personen wordt schriftelijk gestemd. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende gesloten briefjes. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming plaats. Heeft alsdan weer niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan is hij gekozen op wie het grootste aantal stemmen is uitgebracht. Is het grootste aantal stemmen op meer dan één persoon uitgebracht, dan beslist het lot wie van hen is gekozen.

Artikel 11. Geheimhouding

De bestuursleden zijn verplicht tot geheimhouding over hetgeen in hun hoedanigheid te hunner kennis komt ten aanzien van de persoonlijke omstandigheden van de deelnemers.

Artikel 12. Deelnemerschap

  1. Het deelnemerschap is op vrijwillige basis.
  2. Het deelnemerschap vangt aan door aanmelding bij de secretaris van het Bestuur en aanvaarding door het Bestuur.
  3. Het deelnemerschap eindigt:
    a. door overlijden van de deelnemer;
    b. door schriftelijke opzegging door de deelnemer;
    c. door een daartoe strekkend bestuursbesluit indien:
        (i) een deelnemer niet langer voldoet aan de vereisten voor het deelnemerschap;
        (ii) een deelnemer nalaat de ingevolge artikel 13 verschuldigde bijdrage te voldoen; of
        (iii) een deelnemer in strijd handelt met de belangen van de Stichting dan wel onjuiste of onvolledige informatie verstrekt;
  4. In bijzondere gevallen, ter beoordeling van het Bestuur, kan een verloren gegaan deelnemerschap worden hernieuwd;
  5. Slechts deelnemers in de Stichting komen voor steun in aanmerking.

Artikel 13. Bijdrage deelnemers

  1. De deelnemers zijn verplicht een jaarlijks door het Bestuur vast te stellen bijdrage in de kas van de Stichting te storten.
  2. Het Bestuur besluit tot vaststelling van de bijdrage als bedoeld in lid 1.

Artikel 14. Geldelijk Beheer/Administratie

  1. Het dagelijks beheer van het vermogen van het fonds berust bij de penningmeester, die dit beheer voert met inachtneming van hetgeen het Bestuur daaromtrent beslist. Hij is voor dit beheer verantwoording schuldig aan het Bestuur.
  2. Uitgaven dienen tevoren door het Bestuur te zijn goedgekeurd. Het Bestuur kan voor bepaalde, regelmatig terugkerende uitgaven een algemene machtiging verlenen.
  3. Het beleggen van gelden voor speculatieve doeleinden is uitgesloten.
  4. Het Bestuur stelt richtlijnen vast voor de wijze waarop de administratie van de Stichting moet worden gevoerd.

Artikel 15. Boekjaar, balans, winst en verliesrekening

  1. Het boekjaar van de Stichting is gelijk aan het kalenderjaar.
  2. Door het Bestuur worden jaarlijks, binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, de jaarrekening en het jaarverslag, waaronder een balans en een verlies- en winstrekening met toelichting opgesteld. De jaarrekening en het jaarverslag moeten door alle bestuursleden worden ondertekend. Ontbreekt een handtekening dan moet de reden worden vermeld.
  3. Het Bestuur legt de door haar vastgestelde jaarstukken ter controle voor aan een door het Bestuur aangewezen kascommissie bestaande uit minimaal 2 personen niet zijnde bestuursleden.
  4. Het Bestuur legt de gecontroleerde en in orde bevonden jaarstukken ter inzage voor aan de deelnemers.
  5. Het Bestuur stelt de jaarrekening vast.

Artikel 16. Reglement

  1. Het Bestuur stelt een Reglement vast.
  2. Het Bestuur zal bij Reglement nader vaststellen in welke gevallen, in welke omvang of in welke vorm aan deelnemers steun kan worden verleend.
  3. In dit Reglement zal tevens de wijze waarop steunaanvragen zullen worden behandeld, worden opgenomen.
  4. Het Reglement wordt aan elke deelnemer ter beschikking gesteld.

Artikel 17. Statutenwijziging

  1. Het Bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen.
  2. Van de woordelijke tekst van een voorstel tot statutenwijziging moeten de bestuursleden in kennis worden gesteld tenminste één maand voordat de vergadering waarin het voorstel aan de orde komt, wordt gehouden.
  3. Een bestuursbesluit tot statutenwijziging moet worden genomen in een vergadering waarin het voltallige Bestuur aanwezig is en met een meerderheid van twee/derde der geldig uitgebrachte stemmen.
  4. Ingeval in een vergadering als in lid 3 bedoeld, niet het vereiste aantal bestuursleden aanwezig is, wordt een nieuwe vergadering bijeengeroepen, te houden na verloop van tenminste zeven en ten hoogste veertien dagen, waarin alsdan, ongeacht het aantal aanwezige bestuursleden, het besluit tot statutenwijziging kan worden genomen met een meerderheid van twee/derde der geldig uitgebrachte stemmen.

Artikel 18. Ontbinding en liquidatie

  1. De Stichting kan worden ontbonden door:
    a. een bestuursbesluit;
    b. insolventie, nadat zij in staat van faillissement is verklaard, of door opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel;
    c. door rechtelijke uitspraak in de bij de wet genoemde gevallen.
  2. Op een bestuursbesluit tot ontbinding is toepasselijk hetgeen in artikel 17 is bepaald aangaande een besluit tot statutenwijziging
  3. De Stichting blijft na haar ontbinding voortbestaan voor zover dit tot liquidatie van haar vermogen nodig is.
  4. Bij ontbinding der Stichting wordt zij vereffend door het Bestuur, tenzij het Bestuur, al dan niet uit zijn midden, een of meerder liquidateurs aanwijst.
  5. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht.
  6. Een eventueel batig saldo van de ontbonden Stichting dient zoveel mogelijk overeenkomstig het doel van de Stichting te worden aangewend.

Artikel 19. Onkostenvergoeding

Bestuursleden hebben recht op vergoeding van door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.

Artikel 20. Algemene bepalingen

  1. In alle geschillen waarin zowel de statuten of de reglementen niet voorzien, beslist het Bestuur.
  2. Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare communicatiekanalen overgebracht reproduceerbaar bericht.

Slot

Deze akte is in minuut verleden te ‘s-Hertogenbosch op de datum in het hoofd van deze akte vermeld.